GEMEENTE TRAM WAELSTEDE

Introductie

Infrastructuur

Modules

(bouwvoortgang)

Materieel

Het schaduwstation (S6->) S1

(in 2011 is S6 vervangen door S1)

 

 

 

      

 

 

 

 

25-11-2017

 

In het voorjaar van 2017 heeft de voeding van de opto couplers het begeven. De terugmelding van de blokken 1 t/m 6+8+9 geschiedde nog via deze oude configuratie van Module 6S uit 2010, die in 2011 één op één is overgezet op Module S1. De terugmelding van alle andere blokken verloopt sinds 2012 rechtstreeks vanaf het printje met de hall sensor naar de S88 terugmelder. De oude configuratie bleef echter gehandhaafd, omdat deze nog goed functioneerde.

Over de Hall sensor printjes, die op de opto couplers waren aangesloten, liep ca 4-5 V=, terwijl over de andere printjes 12V= liep via een hogere weerstand. De oude printjes worden nu aangepast om rechtstreeks op de S88 terugmelder te worden aangesloten, maar dienen nu ook een hogere weerstand te krijgen. Na alles, samen met zoon Thom, nog eens goed doorgerekend te hebben, is besloten alle weerstanden van alle printjes te vervangen door weerstanden van 1000 Ohm.

Voor Module S1 is dit werk nu gereed, terwijl dit voor de andere modules tegelijk gedaan zal worden met de vernieuwing van de bovenleiding.

 

 

 

04-02-2016

 

Tijdens de bouw van Waelstede deel 2 (de Modules 3, 4 en S2 tussen 2013 en 2015) heeft zoon Thom uitgevonden hoe de magneetsensors direct aan de S88 terugmelders konden worden aangesloten, zonder tussenkomst van opto couplers.

Op Module S1 zijn daarna tussen 2014 en 2016 de volgende wijzigingen aangebracht:

- er is een RoSoft S88-n terugmelder bijgeplaatst (2014)

- in het binnenspoor zijn 2 nieuwe blokken ingebouwd; het totaal aantal blokken is daarmee 4 (2014)

- in het buitenste spoor is 1 nieuw blok ingebouwd; het totaal aantal blokken is daarmee 3 (2014)

- de 16V ~ voeding op de ringleiding is vervangen door een 12 V= voeding (2014)

- er is een 35W / 12V= versterker ingebouwd voor de belgeluiden bij de haltes en een Ühlenbrock dubbelpolige potentiaalvrije functiedecoder om het geluid naar de juiste halte te sturen (2015)

- tijdens het proefbedrijf in de keldergarage in Huissen bij SkipTram heeft zoon Thom alle aansluitingen tussen de modules vervangen door drie standaard stekkerverbindingen aan de overgangen tussen alle modules: een negenpolige voor de digitale en de 12V= ringleiding, een 21 polige voor de wissels, voor de magneetsensors (voor modules, die geen eigen S88 terugmelder hebben) en voor de luidsprekers en tenslotte een aansluiting voor het doorverbinden van de patchkabels van de S88 bus (2015)

- in het buitenste spoor is, door herschikking van de blokken en een betere benutting van de lengte van het spoor, een vierde blok toegevoegd, zodat nu voor beide sporen ieder vier blokken beschikbaar zijn (2016).

 

 

 

 

 

 

06-11-2011

 

Hoewel het management van de Gemeente Tram Waelstede voor heel andere businesses heeft doorgeleerd, is het toch gelukt om van de voorradige onderdelen nog 4 printjes met magneetsensoren in elkaar te solderen. Het heeft slechts één keer kortsluiting opgeleverd ! Hiermee zijn nog twee extra blokken gerealiseerd; in elk schaduwspoor één. De positie van de blokken is nu als volgt: op het zichtbare gedeelte is alles het oude gebleven en liggen er drie blokken bij de drie haltes. Op de module S1 ligt een 'opvang'-blok voor het wissel 1. De beide opstelsporen hebben nu ieder twee blokken. Er is in de buitenbaan nu nog ruimte voor één blok; in de binnenbaan passen nog twee extra blokken. Hiervoor zal echter eerst een volgende print met 16 opto couplers moeten worden gebouwd, waarvoor zoon Thom inmiddels al heeft getekend.!

Vervolgens kon het 'gevecht' worden aangegaan met het intellectuele gedachtengoed van Paul Haagsma in Koploper. Uiteindelijk is het weer gelukt om de loop van de trams volgens de logica van PaHaSoft in het Koploperprogramma ingesteld te krijgen. Inmiddels is ook Waelstede geregistreerd op het Koploperforum en blijkt men hier niet de enige te zijn, die moeilijkheden heeft met de eigen(wijze) interpretatie van de mogelijkheden in Koploper... ;-).

Voorlopig is de behandeling van trams als volgt:

- de lange trams rijden verplicht de buitenbocht

- de tweeassers rijden verplicht de binnenbocht

- de GT-4's en vierassers hebben een keuze aan de hand van de beschikbare vrije blokken.

Dit werkt nu feilloos en kan aan de optimalisatie gewerkt gaan worden.

 

 

 

 

Schaduwmodule S1 in bedrijf: De GTN50 staat op de buitenbaan in het laatste blok en de NGT6-III staat in het eerste blok; er tussenin is nog ruimte voor een extra blok van 50 cm. De MAN staat op de binnenbaan in het laatste blok en de old timer uit Basel in het eerste blok; er tussenin is nog ruimte voor twee extra blokken van 40 cm. De andere trams wachten nog op hun proefrondjes, of hebben ze al achter de rug.

 

 

 

22-10-2011

 

De oude module 6S is niet meer.... De Bemo tweedehandsjes zijn met sardonisch genpegen in de kliko gedeponeerd. De meeste andere zaken waren nog bruikbaar en zijn ofwel opgeborgen voor later, dan wel hergebruikt op de nieuwe module S1. Dit geldt onder andere voor de railovergang tussen modules 2 en 6S; deze kon heelhuids van de oude module worden gedemonteerd en exact op dezelfde plek op de nieuwe module worden gemonteerd. Vrijwel het gehele 'onderaardse' kon bijna één op één worden overgezet. Nu alles weer is aangesloten, moet eerst het Koploperschema worden aangepast en dan kan er worden proefgereden. Nog niet alle blokken kunnen werken, omdat er nog detectieprintjes moeten worden geassembleerd, maar daar hoeft het proefrijden niet op te wachten.

 

 

 

 

De ingewanden van de nieuwe module. De digitale ringleiding en de korte 16V ~~ leiding zijn hergebruikt. Ook de digitale prints zijn overgezet: v.l.n.r. de Lenz LS150 wisseldecoder, de gestabiliseerde 12V= voeding, de opto couplers (waaraan via de zwarte kabels de magneetsensors zijn aangesloten), de terugmelder Tams S88 en iets verderop de Conrad wisselaandrijving. Via de 25-polige stekker zijn de magneetsensors op de andere modules aangesloten. Het technische hoe en waarom staat beschreven op de Digitaalpagina's.

 

 

 

19-10-2011

 

Inmiddels is de railinfrastructuur en de bovenleiding gereed.

 

 

 

 

 

 

De rails zijn weer gemaakt van printplaat en oude ROCO rails uit een reeds lang voorbij modelbouwverleden. Er zijn nog wat aanpassingen gedaan. Zo is de S bocht in de binnenboog verruimd, zodat bijvoorbeeld de Posttram (4-asser met maximum traction draaistellen) ook deze afslag kan nemen. De S bocht was nodig om de afstand tussen het buitenste en het het binnenste spoor wat groter te maken, om ruimte te krijgen voor het gemakkelijker opzetten en afnemen van trams.

Ook het wissel 1 is gemodificeerd: de wisseltongen waren met een drupje soldeer vastgemaakt bij het puntstuk; de rest kon vrij bewegen. Helaas blijkt de Conrad wisselaandrijving de stijfheid van deze constructie niet te trekken; de wisseltongen sloten net niet voldoende aan. De tongen zijn met het slijpschijfje gescheiden van het vaste deel en op de plaats van de scheiding is een messingpijpje van 1 mm door de printplaat en de moduleplaat aangebracht. De wisseltongen kregen een stukje bovenleidingdraad van 0,5 mm aangesoldeerd, dat omgebogen door het messing pijpje werd gestoken. Voor alle zekerheid werd aan het afbuigende spoor de strijkregel iets verlengd richting de wisseltong. Het werd er niet mooier, maar wel bedrijfszekerder van....

 

 

 

    

 

Op de linker foto een totaaloverzicht; op de rechter foto is aan de linker kant de verruimde S bocht te zien. De modificaties aan het wissel vallen niet echt op.

 

 

 

De bovenleiding is niet zichtbaar voor het publiek en moet tegen een stootje kunnen tijdens het op het spoor zetten van de trams. Meegebogen bovenleiding is toegestaan op een schaduwstation. De palen zijn gebogen ROCO rails, evenals de bovenleiding. Deze bovenleiding heeft zich wel bewezen op de oude schaduwmodule.

 

Toen de rails en de bovenleiding gereed waren, kon het proefrijden beginnen. Tot niet geringe verbazing van de technici uit Waelstede blijken vrijwel alle trams het binnenste spoor met een straal van 22 cm te kunnen berijden. Dus ook de GT4's, de HTM 6037, de Grazer Variobahn en de MGT6 uit Gdansk. Alleen de MGT8 uit Essen redt het niet. De LIMA's zijn nog niet getest.

 

Nu is het punt aangebroken om de oude Module 6S te slopen, want alles wat onder die module gemonteerd zit, moet worden overgezet.

 

 

 

10-10-2011, een nieuw begin......:

 

 

 

 

 

 

De afdeling Infrastructuur van de Gemeente Tram Waelstede heeft het helemaal gehad met de oude schaduwmodule. Er treden steeds meer ontsporingen op, met name op de Bemo wissels en waar zelfbouwrails op Bemo rails overgaan en andersom. De oorzaak is niet eenduidig aan te wijzen: sommige trams rijden probleemloos hun rondjes, andere trams ontsporen altijd op hetzelfde punt. Ook kan een bepaalde combinatie van motor- en bijwagen voor één van de twee telkens verkeerd uitpakken, terwijl andere combinaties met dezelfde wagens geen problemen geven.

Omdat de module toch op de schop moet om een Koplopergestuurd wachtrijensysteem in te bouwen, is besloten om een geheel nieuwe schaduwmodule te bouwen: Schaduwmodule S1. De bovenleiding kan nu ook eenvoudiger worden uitgevoerd, omdat de gescheiden secties met de digitale Koploperbesturing niet meer nodig zijn. Ook hoeven er in de module geen gaten voor de bereikbaarheid van de sporen meer te zitten, omdat bij de gewijzigde plannen voor Waelstede de 'Galgenberg' module bovenop de schaduwmodule is geschrapt. (Zie Railplan).

Doelstelling is ook dat vanuit de publiekszijde geen wachtende trams op de schaduwmodule te zien zullen zijn door de onderdoorgang in de Stationsstraat. Hiervoor zullen ook een aantal zwarte schotjes aangebracht worden.

 

 

 

 

Het railplan voor de nieuwe schaduwmodule. De trams komen vanauit de Stationsstraat (linksonder) en worden opgevangen in het eerste blok. Hierna splitst Koploper de 2-assers en de grotere trams. De 2-assers nemen de binnenbocht met een straal van 22 cm, terwijl de 4-assers en gelede wagens de buitencirkel nemen met een straal van 26 cm. Voor de 2-assers zijn er vervolgens 4 blokken van 40 cm beschikbaar; per blok voldoende voor een motorwagen met 2 bijwagens. Voor de grote trams zijn er 3 blokken van 50 cm beschikbaar. Dit is het best haalbare op de gegeven moduleafmeting van 60,5 * 122 cm. Wanneer wissel 1 verder naar voren wordt gelegd, brengt dit alleen nog een extra blok voor 2-assers, die al een blok extra hebben.....

 

 

 

 

    

 

Het eerste zelfbouwwissel sinds een jaar of acht.... De wissels op de schaduwmodule worden van Q&D kwaliteit: Quick and Dirty; ze hoeven niet mooi te zijn, als de functionaliteit maar 100% is.... Wissel 2 krijgt geen bewegende tongen, omdat het niet tegen het puntstuk in wordt bereden. Op de linker foto de start van de bouw en op de rechter foto is het wissel dezelfde middag al ingebouwd.

 

 

 

 

De eerste proefritten met een letterlijke 'bovenleiding'; de stroomtoevoer komt echt met een leiding van boven: een draadje dat aan de hobbylamp is opgehangen.....

 

 

 

 

Wissel 1 is wel functioneel; een Conrad ondervloeraandrijving zorgt voor het omzetten. Voor het gebruik op de schaduwmodule is een standaard wissel gebouwd met twee bewegende wisseltongen; dit in tegenstelling tot de wissels aan de publiekszijde, die slechts één bewegende wisseltong in de buitenboog hebben.

 

 

 

November 2004

 

Het schaduwstation (Module 6S), dat te zijner tijd bedekt zal worden door de module 6 met het depot Galgenberg, is gereed. Het schaduwstation maakt (voorlopig) door middel van 'ouderwetse' relaistechnieken een bedrijf met 4 verschillende tramstellen mogelijk.

 

 

 

 

Linksonder komt de trambaan uit de Stationsstraat. De gaten zijn bedoeld om eventueel van onderaf te kunnen ingrijpen bij ontsporingen of in geval van werkweigering door een tramstel.

 

 

 

 

Vooraanzicht met de GETA 76 op proefrit.

 

 

 

Om praktische redenen is afgezien van de zelfbouw van de wissels. Op een beurs is een partijtje 2e hands Bemo rails en wissels gekocht; keurig in plastic verpakt. Bij montage bleken toch veel railstaven los op de bielsen te zitten, wat met name bij wissels de goede werking beïnvloedt. 2e Hands blijft toch 2e hands en de volgende keer wordt toch weer gewoon nieuw materiaal aangeschaft; het scheelt een hoop reparatiewerk.

 

 

 

 

De wisselstraat bij het binnenrijden van het schaduwstation.

 

 

 

De bovenleiding is stevig in elkaar gesoldeerd, zodat deze tegen een stootje kan. De bovenleidingpalen zijn gemaakt van messing pijpjes van 3 mm buitendiameter. Hierop zijn als uithouders ROCO railstaafjes (2,5 mm) gesoldeerd. Als rijdraad zijn dezelfde ROCO railstaven gebruikt. Het geeft een stabiele bovenleiding, die ook meegebogen in bogen voldoende stevig is. Meegebogen bovenleiding is natuurlijk een modelbouwer's doodzonde, maar ach, in een schaduwstation ziet dat toch niemand !

 

 

 

 

De eindlus, die tegen de klok in wordt bereden.

 

 

 

Omdat de gerepareerde BEMO rails geen zaagsnedes voor isolatie meer konden verdragen, zijn de stroomscheidingen in de bovenleiding aangebracht. Dat lukte mede vanwege de starheid van de ROCO rails uitstekend. De detailfoto spreekt voor zichzelf. Filius Thom gaat nu nog de elektrische installatie aanleggen door middel van reedcontacten en relais. De wissels krijgen een aandrijving met postrelais.

 

 

 

 

De stroomonderbrekingen in de bovenleiding in close up. De scheidingen worden zowel door pantografen, als door lyrabeugels zonder problemen gepasseerd.