GEMEENTE TRAM WAELSTEDE

Introductie

Infrastructuur

Modules

(bouwvoortgang)

Materieel

Gemeente Electrische Tram Arnhem nrs 70 - 75

 

(Openluchtmuseum GETA 76)

 

 

 

 

 

Waelstede

 

De GETA 76 is om twee redenen opgenomen in het materieelpark van de Museum Tram Waelstede.

Ten eerste als eerbetoon aan de buurgemeente Arnhem, die haar trotse bezit, de 4-assers 70 - 75 in één klap (letterlijk !!) verloor bij de beschietingen tijdens de strijd om de Rijnbrug in de 2e Wereldoorlog. Hoe er dan toch een GETA 4-asser in Waelstede terecht is gekomen, is in een vele jaren geleden geschreven motivatie te lezen.

Ten tweede heeft het Nederlands Openluchtmuseum, in samenwerking met de Tramweg Stichting, een GETA 4-asser als replica gebouwd volgens de originele tekeningen. Deze replica is in 1996 als GETA 76 in dienst gesteld. En op deze wagen rijd ik als trambestuurder en -instructeur regelmatig zelf rond,,,,, Vandaar !!

De wagen is momenteel als museumtram dienstvaardig en in beheer gegeven bij de Museum Tram Waelstede.

 

 

 

In model

 

Basismodel

Diverse losse onderdelen van de Riess GETA 76

 

 

Wijzigingen

Voor het bewogen verleden van dit model, zie hieronder

 

 

Operationeel

Ja

 

 

Motorisering

Messing SkipTraction aandrijving

 

 

Voeding

Bovenleiding

 

 

Massa

Alle wielen van de tram

 

 

Decoder

Kühn N025 op één van de balkons

 

Stroomafnemer

HOw

 

 

Bijzonderheden

Geen

 

 

 

Hoe het begon

 

Een aantal jaren geleden kreeg de Gemeente Tram Waelstede via een bevriende tramdirectie de beschikking over de onderdelen van een Riess GETA 76: een resin kap, een resin bodemplaat, een loopdraaistel, een motordraaistel en een aantal witmetalen en messing onderdeeltjes voor de afwerking. Na een eerste begin van de assemblage bleek dat de kap niet zonder zware ingrepen op het resin onderstel paste. Het meegeleverde motordraaistel was identiek aan de oude Hermann & Partner aandrijving en misschien ook wel daarvan afkomstig. Provisorische rijproeven toonden aan dat dit draaistelmotortje de tram niet van de plaats kreeg.

 

 

 

 

Het resin GETA 76 doe- het-zelf pakket.

 

 

Via dezelfde tramdirectie werd vervolgens een andere, afgekeurde GETA wagen ter beschikking gesteld, die op een aantal punten afweek van de vorige: de kap was gespoten, maar had geen beglazing. Diverse details waren gemonteerd, maar de wagen was wel gehavend. Er ontbraken raamspijltjes, de schuine frontpuien zaten scheef en de lak was hier en daar beschadigd. Het onderstel was ditmaal van witmetaal. De aandrijving was identiek aan die van het eerste model. Rijproeven waren echter wederom niet hoopgevend.

Besloten werd om beide motordraastellen in de nieuwe tramwagen te monteren. De tram liep nu wel, maar tamelijk stroef en met een geluidsproductie, waar de buren schande van spraken.

De aandrijving was ten enemale ongeschikt voor het toekomstige tentoonstellingsbedrijf en dus werden de wagens opgeborgen in de kast met projecten op langere termijn.

 

 

 

 

Proefritten in 2005 met het witmetalen chassis, waarin twee gemotoriseerde draaistellen. Voor de proefritten werd gebruik gemaakt van een standaard Sommerfeldt trampantograaf, omdat de originele Arnhemse pantograaf nog niet voldoende stroom doorliet. De kap heeft nog geen ramen, de forse stootranden ontbreken, evenals de koplampen. De proefritten verliepen weinig bevredigend.

 

 

 

En toen was daar de SKIPtraction

 

 

 

 

De foto op de site van SKIPTRAM. Foto: Paul Sassen.

 

Intussen had de Gemeente Tram Waelstede een goede relatie opgebouwd met SKIPTRAM Waggonbau ZZP te Huissen voor werkzaamheden aan trams, die voor de Waelsteder Machinefabriek een maatje te groot zijn. SKIPTRAM onderkende de problemen, die menig tramdirectie heeft met de aandrijving van diverse kleinseriemodellen en ontwikkelde in samenwerking met HOw (HO Werkgroep) de SKIPtraction.

Na een overtuigende proefrit van een GETA model met SKIPtraction in de catacomben van de Huissense werkplaatsen, werd een aandrijving voor Waelstede besteld. Het kost wat, maar dan heb je ook wat.

 

Helaas viel de levering van de aandrijving samen met verhoogde zakelijke activiteiten in de papierbranche en is het noodgedwongen een tijd rustig geweest in Waelstede. Met TRAM(me)LAND op komst op 23 en 24 october 2010 is de tram afgestofd en is de SKIPtraction uit de verpakking gehaald.

 

 

 

 

 

De bouw van de SKIPtraction aandrijving (zomer 2010).

 

 

De geleverde set bestaat uit: 2 Halling draaistellen, een motor met vliegwiel en vertraging, een gefreesd en geschroefd messing onderstel, 2 kardans van flexibele slang, 4 gegoten messing draaistelzijkanten, 4 afstandblokjes tussen draaistel en zijkanten, 2 treeplanken groot, 2 treeplanken klein en 2 dunne messing staafjes.

 

De bouw wijst zich eigenlijk vanzelf. Het motorblokje past op twee stiftjes in de bodemplaat. De draaistellen worden op hun plaats én draaibaar gehouden door vier messing houdertjes aan de bodemplaat en laten zich met schroeven goed afstellen. Van de draaistelzijkanten dient eerst de gietbraam te worden verwijderd; de railknipper en een sleutelvijltje knapten dit werkje op. Op de zijkanten van de Halling draaistellen, tussen de wielen, bevinden zich twee uitstekende stiftjes van verschillende dikte. De messing afstandsblokjes hebben corresponderende boorgaatjes. Let bij het monteren op dat de imitatie baanschuiver aan de onderzijde zit, omdat de afstandsblokjes maar op één manier over de stiftjes van het draaistel geschoven kunnen worden.. De draaistel zijkanten zijn in Waelstede op het afstandblokje gelijmd met secondenlijm in plaats van gesoldeerd en het geheel is daarna op het Halling draaistel gelijmd.

De klaptreden kunnen in- en uitgeklapt worden gemonteerd. In het laatste geval wordt de tram wel breder. In het geleverde onderstel waren de boorgaatjes voor de messing stang niet helemaal doorgeboord en moesten daarom nog verder te worden uitgeboord. Hiervoor is een boortje van 0,5 mm nodig (mijn modelspoordetallist Interhobby in Nijmegen had ze!) en het verdient aanbeveling dit met de hand te doen en niet met de Dremel. De messing stang (draad) wordt door de gaatjes in de tredehouders met de klaptreden gestoken, waarna de klaptreden op de messing stang werden gesoldeerd, die op haar beurt weer in de houders werd vastgesoldeerd.

Kun je iets fout doen? Jazeker, althans in Waelstede was dat mogelijk, door niet eerst op de website van SKIPTRAM te kijken hoe de klaptreden gemonteerd moeten worden. Als dat pas gecontroleerd wordt ná het solderen, dient daarna natuurlijk de hele zaak weer losgeknipt en losgesoldeerd te worden en moeten er twee stukken Sommerfeldt bovenleidingdraad opgeofferd worden om het geheel weer op de juiste wijze te herstellen..........

 

 

 

 

Broederlijk naast elkaar: vooraan het SKIPtraction onderstel en achteraan het origineel; het verschil op de foto is misschien niet spectaculair, maar zet ze allebei maar eens op de rails..... Op de voorgrond de beglazing van de voorpuien, die nog moeizaam op maat gesneden en gevijld moeten worden, voordat ze ingezet kunnen worden.

 

 

 

De afwerking

 

Omdat de trams in Waelstede echte trams zijn met voeding via de bovenleiding en massa via de wielen, werden de draaistellen via flexibele draadjes direct met het chassis verbonden. Hierna werden de resin interieurdelen van de eerste tram op het onderstel vastgelijmd; waar nodig werd van Evergreen strips een nieuwe bank of stoel vervaardigd. De zichtbare delen van het onderstel konden nu in de primer gezet worden en daarna geschilderd: chassis en draaistellen olijfgroen, de vloer donkergrijs en de banken lichtbruin. De schakelkasten kregen een houtkleurtje.

Vervolgens werd een kleine Kuhn N025 decoder aangesloten en op het onderstel tussen de banken met tweezijdig tape vastgeplakt.

Er kon nu proefgereden worden en dat viel nog niet mee. Vooropgesteld: de SKIPtraction rijdt bijzonder mooi (ook digitaal), maar de stangen voor de bediening van de deuren en de klaptreden zitten de draaistellen behoorlijk in de weg. In Waelstede is de boogstraal 24 - 25 cm en dat haalt de tram wel, mits er geen wissels in de boog zitten, want dan wil het draaistel de verkeerde kant uit. Er zijn nu allerlei proeven genomen, waarbij de draaistelzijkanten iets naar binnen gebogen zijn en de stangen iets naar buiten, waardoor de maxinale uitslag iets groter wordt. Maar: uiteindelijk zijn de stangen worden verwijderd.

Ook diende er op de Modules 1 en 2 hier en daar een trottoir te worden bijgewerkt, omdat de middeninstap bijzonder (maar wel mooi !) laag zit en hier en daar een stoeprandje geraakt werd. Maar dit euvel komt bij de meeste trambedrijven in het grootbedrijf ook regelmatig voor, wanneer er nieuwe trams geleverd worden.... Helaas bleken de bloembakken na de plaatsing langs de tramsporen op de Waelkade (Module 4) een onoverkomelijke hindernis voor de klaptreden. Omdat de bloembakken onmogelijk verder uit het spoor geplaatst konden worden, was de GETA 76 veroordeeld tot het rijden van rondjes op de modules 1, 2 en S1....  Uiteindelijk zijn enkele bloembakken wat, laten we zeggen, 'beweegbaar' gemaakt, waardoor de GETA 76 toch in heel Waelstede kan rijden.

 

Nu restte bij de ombouw nog de beglazing van de tram; een werkje dat ook al menig maal is uitgesteld...... Eerst werden de ontbrekende raamstijlen met behulp van Evergreen stripjes gerepareerd. De ruiten aan de zijkanten en in de deuren, zijn daarna gewoon aan de achterzijde met behulp van Cristal Clear vastgelijmd; daar zijn we achteraf in Waelstede niet erg tevreden over. Daarom werden de ruiten in de schuine voorpuien op maat gesneden en ingezet. Na het voorzichtig losmaken van de puien, bleken deze van witmetaal te zijn, in plaats van resin. Hierdoor konden ze gemakkelijk gericht worden en was de inbouw van de ramen iets comfortabeler. Het blijft een verschrikkelijk gepruts, maar die ingezette ruiten zijn toch wel heel erg mooi. De ruiten in de puien zijn ook met een streepje Cristal Clear aan de onder- en bovenzijde vastgezet.

 

De originele Riess pantograaf is in de loop van de jaren vervangen door een geëtst HOw exemplaar.

 

 

 

.

Het is op deze augustusavond weer gezellig druk op het remiseterrein, terwijl de GETA 76 het vertrek van de volgende dienst op lijn 1 afwacht.