GEMEENTE TRAM WAELSTEDE

Introductie

Infrastructuur

Modules

(bouwvoortgang)

Materieel

Diorama Noordrijn Zuid Lymberg

 

 

 

 

Het diorama Noordrijn Zuid Lymberg in zijn volle glorie: 62 * 95 * 46 cm. Het telefoonstopkontakt aan de zijkant dient voor aansluiting van de handregelaar van Treinelektronika.

 

 

 

Het diorama is uit nood ontstaan, om met de trams thuis te kunnen proefrijden na onderhoud of reparaties, in plaats van op de clubbaan van Modelspoorclub Maas & Waal. Tot die tijd werd hiervoor een los stuk flexibele rails van Bemo gebruikt. Om trams te onderwerpen aan duurproeven of om ze te kunnen inrijden voor een tentoonstelling, is op een willekeurige multiplexplaat een railovaal aangelegd met een boogstraal van 25 cm. Het geheel volgens de zelfbouwmethode: Roco-profielen op printplaatjes. Hierbij kregen de printplaatjes overigens een zaagsnede in het midden als isolatie, om de trams via de beide rails te kunnen voeden.

 

 

 

Het diorama in aanbouw in november 2000, tijdens de tentoonstelling ter gelegenheid van het 3e lustrum van Modelspoorclub Maas&Waal te Beneden Leeuwen.

 

 

 

Deze testbaan voldeed uitstekend, nou ja, op een beginnersfout na. De rails in de bogen werden niet voorgebogen, maar onder spanning vastgesoldeerd. Dat heeft de eerste tijd nogal eens een losse bevestiging opgeleverd. Nadat de trambaan op de clubbaan van bovenleiding was voorzien, moest de testbaan deze natuurlijk ook krijgen. Er zijn toen latten onder de plaat aangebracht, zodat het geheel nu een kleine module werd. Dit schiep de mogelijkheid wat techniek onder de plaat te verbergen. Met behulp van drie overgebleven Sommerfeld trammasten, een aantal zelfbouw Boerentrammasten en een eenvoudige overspanning werd de trambaan met Sommerfeld rijdraad van 0.5 mm volgens het waslijnprincipe geëlectrificeerd.

 

 

 

Totaaloverzicht van het diorama.

 

 

 

Ook de aldus verbouwde testbaan voldeed uitstekend. Wanneer nu proefgereden werd en een tram rustig haar rondjes draaide, was het bijna onvermijdelijk dat er een landschap bij gefantaseerd werd; het was een kale plaat met lelijke rails en messingkleurige bovenleidingpalen, tenslotte. Uiteindelijk werd besloten de testbaan uit te bouwen tot diorama. Vele plannen zijn gemaakt en even zovelen weer verworpen. De beschikbare ruimte was zeer klein, het ovaalprincipe moest worden verborgen en het geheel moest ook nog eens een aannemelijk landschap opleveren. De uiteindelijke keuze viel op een trambaan, die aan de modulevoorzijde in de straat lag en waarvan het ovaal aan de rechterzijde verborgen werd door het viaduct van een stilgelegde spoorlijn en aan de linkerzijde door een dicht bos. In het midden bleef toen alleen nog ruimte over voor de tramhalte en het aanduiden van een camping in het bos. Het viaduct doet niet echt Nederlands aan en daarom is besloten het geheel vlak onder de Nederlandse grens in de buurt van het drielandenpunt in België te situeren.

 

 

 

De plattegrond van het diorama

 

 

 

Enkele wetenswaardigheden: De stacaravan die als receptie dient (in België: Onthaal / Accueil) is zelfbouw van styreen met LED-verlichting, de vuilcontainers en glasbakken zijn geschilderde en ge-weather-de Fallermodellen, de vuilniszakken gemaakt van DAS-klei, de halte is van Mastica, de caravan en de campers zijn van Wiking, het speeltuintje is weer van Faller. Het baanwachtershuisje is van Artitec. En verder bomen, veel bomen, noodzakelijk om het railovaal en de achterwand te verbergen, van zeeschuim met Heki-vlokken (haarlakmethode).

 

 

 

 

Een Aufbau motorwagen rijdt voorzichtig de Kelraaksesteenweg op. De familie Vandenacker heeft de kleinmannen vast op de arm genomen.

 

 

 

Een gimmick is de draaimolen, die door een Fallermotor aangedreven wordt en waarop een jong meisje onvermoeibaar haar rondjes draait. De passage van de tram onder het spoorviaduct wordt beveiligd door stoplichten. Deze tonen groen wanneer de tram vanaf de halte tegen het verkeer in rijdt. Rijdt de tram met het verkeer mee, dan staan de lichten op rood, maar de aankomst van de tram wordt door het tegelijkertijd afwisselend knipperen van de oranje lichten aangekondigd.

 

 

 

De speelplaats. Valerie Debruyne draait haar rondjes op de draaimolen, terwijl haar ouders bij de caravan toekijken.

 

 

 

 

Het viaduct van de opgeheven spoorlijn met de tegen het verkeer in rijdende tram op weg naar de halte.

 

 

 

Op het uitklapbare werkblad aan de achterzijde is een oude Roco trafo gemonteerd, die voor alle noodzakelijke voedingen zorgt. De trams kunnen naar keuze op bovenleiding- of railvoeding rijden. De bovenleiding staat altijd, tegelijk met de rails, onder spanning. In de praktijk rijden de 2-assers op 2-railvoeding en de gelede wagens op bovenleiding. De trams kunnen op drie verschillende manieren worden bestuurd. Ten eerste met de hand door middel van de handregelaar van Treinelektronika uit Helmond. Ten tweede door een automatisch bedrijf in één richting met automatisch afremmen en optrekken na een automatische stop aan de halte. Ten derde hetzelfde automatische bedrijf, maar dan in twee richtingen, waarbij aan de achterzijde, na een aantal seconden wachttijd, van rijrichting veranderd wordt. De trams, die voor de dioramadienst zijn aangewezen, zijn voorzien van een magneetje aan de onderzijde, waarmee de functies door middel van reedkontakten worden aangestuurd.

 

 

 

De stacaravan van de receptie en het afvalcontainerparkje, waar patron Paul Thoré de administratie gaat bijwerken en zijn vrouw Janine een container kuist.

 

 

 

Uhlenbrock leverde het bouwsteentje voor het automatisch stoppen, optrekken en afremmen. Een Viessmann electronisch schakelrelais zorgt samen met een zelfgebouwde print met twee Siemens-relais voor de bediening van de stoplichten. De aanwezige LED-jes krijgen hun gestabiliseerde gelijkstroom en eventuele knipperimpulsen via zelf geassembleerde printjes. Het ompolen van de rijrichting, inclusief stoptijd, wordt geregeld met middeleeuwse Faller stop- en schakelrelais; jazeker, die met die oranje kapjes !! Deze relais met antiquiteitswaarde hadden eigenlijk allang vervangen moeten worden door meer eigentijdse exemplaren, maar ja, het diorama is gereed, werkt naar wens en er zijn andere prioriteiten in de buurt van Waelstede.............

 

 

 

De halte met een naderende Düwag M6, waarbij Romy Gobijn verbaasd omkijkt, omdat die tram blijkbaar helemaal naar Mühlheim Flughafen zal gaan rijden.......

 

 

 

Oorspronkelijk had het diorama alleen zijwanden en een achterwand in 'Hollandse lucht'-kleur. De trams reden door gaten in de achterwand naar de achterzijde, waar van tram gewisseld kon worden. De bovenleiding was hier voor alle zekerheid van een stevig messing profiel gemaakt. Op de eerste de beste open modelspoordag bleek dat kinderhandjes sneller grijpen dan hun schaduw en dat met modelsnelheid rijdende trams een gemakkelijke prooi vormen. Het diorama heeft daarna zijn uiteindelijke vorm gekregen met een plexiglazen voorzijde, verlichting, scharnierbare voor- en bovenkant, een scharnierbare achterklep annex werkblad en ingebouwde trafo. Dekenkistsluitingen en handvatten zorgen voor de nodige afwerking. Stelt u zich het transportgenot voor bij tentoonstellingen: Diorama plaatsen op tafel of schragen, stekker in het stopkontakt: tram rijdt !

 

Het diorama is gebouwd in de jaren 1999 - 2001 en heeft dienst gedaan bij diverse LMD' s (Landelijke Modelspoor Dagen) bij de MSC Maas en Waal en is ook op een aantal modelspoortentoonstellingen (o.a. Genk en Helmond) te zien geweest.

Momenteel staat het diorama opgesteld bij Paul Sassen (Skiptram) in Huissen, waar het vaak gebruikt wordt om trammodellen te fotograferen in een passende omgeving.

 

 

 

Een gelede GETA tram (het hád gekund....) in Noordrijn Zuid Lymberg. Foto: Skiptram.

 

 

 

Tenslotte....

 

 

 

Wat doet die luxe bolide op deze ontoegankelijke plaats aan de opgeheven spoorlijn ?

 

 

 

Dat zijn beslist geen Belgische spoorwegarbeiders !

 

 

 

 

Toch ?