GEMEENTE TRAM WAELSTEDE

Introductie

Infrastructuur

Modules

(bouwvoortgang)

Materieel

Digitaelstede

 

 

 

 

 

 

Januari 2010: De Gemeente Tram Waelstede rijdt digitaal

 

Er is lang over nagedacht, er is veel naspeuring gedaan naar ervaringen van anderen op het forum van Beneluxspoor, maar uiteindelijk is eind 2009 het besluit genomen: Waelstede gaat digitaal rijden.

Het management van Waelstede ziet de volgende voordelen:

-  er staat altijd de volle spanning op de infrastructuur,

-  het 'echte tram' principe in Waelstede (alle wielen massa en voeding via de bovenleiding) staat borg voor een goede stroomafname,

-  alle trams kunnen op dezelfde schaalsnelheid worden ingesteld,

-  trams kunnen worden weggezet met de stroomafnemers omhoog zonder stroomloze sporen aan te hoeven leggen,

-  voorwaarde voor een computergestuurd bedrijf met meerdere trams tegelijk.

 

 

 

ROCO Multimaus

 

Als digitale centrale is gekozen voor de ROCO MultiMaus 10764 met de 50 VA trafo 10725.

Voordelen zijn de simpelheid ('meer heb je voor een tramsysteem niet nodig') en natuurlijk de prijs, omdat veel MM's aangeboden werden vanuit ROCO startsets; nadeel van de MM is dat er geen decoder CV' s uitgelezen kunnen worden.

Bij een groeiend aantal trams is het onontkoombaar om een nauwgezette administratie van de ingestelde CV waarden bij te houden.

 

Tijdens het 25-jarige jubileum van de MSC Maas en Waal in oktober 2010 'TRAM(me)LAND' vindt het eerste optreden van de Gemeentra Tram Waelstede plaats. In de aanloop daartoe is besloten om op automatisch bedrijf over te gaan met behulp een piepklein Acer notebookje, waarop Koploper draait en dat met de MM en de TAMS resp. RoSoft S88-N terugmelders communiceert via een S88XPressNetLi module van RoSoft.

 

Eén en ander wordt hieronder verder uitgelegd.

 

 

 

Terugmelding met magneetsensoren

 

Waelstede werkt voor de terugmelding met magneetsensoren; een ideetje van zoon Thom. De reden was, dat de terugmelding achteraf in de eerste 3 modules moest worden ingebouwd, waarbij de tramrails al in de bestrating lag, of in het gras.

De baan kent daarom geen reedcontacten of treindetectie via railisolatie, maar magneetsensoren (Conrad Unipolariteitsschakelaar H501 bestelnummer 185120-89), die reageren op de zuidpool van magneten. Voor het plaatsen van de sensoren in de bestaande baan is er tussen de rail een gat van 1,5 mm geboord en dit van onderaf tot 5 mm opgeruimd. De sensor is van onderaf ingestoken, de resterende ruimte aan de straatzijde weer dichtgemaakt. Elke tram heeft onder de voorzijde een magneet (Conrad staafmagneet N35M bestelnummer 503610-89). De sensoren in het spoor geven de melding via een S88-N TAMS- of RoSoft-terugmeldingsmodule door aan Koploper. Als de magneet goed onder de tram is gepositioneerd, werkt dit perfect’.

 

 

 

 

Soldeer- en aansluitschema van het printplaatje.

De rode draad is +12V= , de Ground is -12V=. De witte draad gaat naar de aansluiting op de S88-N terugmelder.

 

 

 

Koploper (met geluid)

 

 

 

 

Het overzicht van het baanontwerp, zoals het uiteindelijk geworden is, met de blokken in Koploper. De blokken met de rode vlakken zijn de haltes.

 

 

 

Voor de automatische besturing van de trams is het programma Koploper van PaHaSoft in gebruik, dat als freeware te downloaden is. Als je je eenmaal de denkwijze van Paul Haagsma hebt eigen gemaakt, is het een fantastisch programma met zeer veel mogelijkheden. Aanmelden bij het Koploperforum wordt wel aanbevolen.

 

Na de nieuwbouw van de schaduwmodule S1 en de bouw van de modules 3, 4 en schaduwstation S2 is de infrastructuur van de Gemeente Tram Waelstede gereedgekomen. De sporen op de schaduwstations S1 en S2 zijn verdeeld in respectievelijk 9 en 10 blokken, waarop de trams hun beurt kunnen afwachten. Op de modules 1, 2, 3 en 4 zijn de meeste blokken als haltes gedefinieerd. Hierop kunnen bij automatisch bedrijf zo' n 12 tot 15 trams op de baan staan, waarvan er 6 trams tegelijk onderweg kunnen zijn, die allemaal netjes bij de haltes afremmen, stoppen en weer optrekken.

 

Bij het wisselcomplex op de kruising Van Broekhoflaan / Stationsstraat kiezen de trams hun richting aan de hand van de beschikbare vrije blokken. Hetzelfde geldt voor de lus door de Steenhouwersgas op module 3. De gekozen wisselstraten worden ook door Koploper bewaakt.

De trams rijden dus niet op een 'eigen lijn / vaste route', omdat hierbij het gevaar voor dead locks ontstaat: alle trams staan stil en wachten op elkaar.....

 

Een Lenz wisseldecoder stuurt de Conrad aandrijvingen van de wissels aan. Wissels, die niet tegen het puntstuk in worden bereden, hebben geen bewegende tongen en worden niet aangedreven.

 

Nadat alle LIMA aandrijvingen vervangen zijn door SkipMark' s, kunnen nu alle trams op schaduwstation S2 zonder beperking vrij kiezen uit de beschikbare vrije blokken op zowel de binnen- als de buitenbaan. Op schaduwstation S1 is de binnenbaan gereserveerd voor de Poetstram, die in blok 1 staat opgesteld om ieder half uur volgens een vaste route alle sporen en bovenleiding te poetsen.

Hierdoor wordt weliswaar de capaciteit van S1 beperkt, maar heeft het voordeel, dat de meeste trams nu noodgedwongen doorrijden naar S2, terwijl voorheen S1 altijd volstond en S2 vrijwel leeg, met een 'uitgestorven Waelkade tot gevolg.....

 

Koploper kan ook geluiden afspelen en daarvan wordt bij de haltes gebruik gemaakt: de verschillende tramtypes laten bij het wegrijden een eigen belgeluid horen. Door de geluiden alleen op het linker, dan wel het rechter stereokanaal op te nemen en door gebruik te maken van een potentiaalvrije Uhlenbrock functiedecoder, kan er ook nog onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende haltes op de modules 1, 2, 3 en 4.

 

 

 

Decoders

 

Modeltrams zijn veel lichter dan modelspoorlocomotieven en hebben kleinere motoren, die weinig ampèrage trekken. Voorts ontbreken er functies, zoals geluid, verlichting, telex koppeling, etc., zodat relatief eenvoudige decoders zonder speciale functies en hoog vermogen nodig zijn.

 

Er zijn tot nu toe drie typen decoders in gebruik:

- ESU Lokpilot Basic 3.0 (25,5 x 15,5 x 4,5 mm), wanneer er plaats genoeg in de tram is, om de decoder onder te brengen,

- Kühn N025 (8,9 x 11,4 x 3,3 mm), wanneer de Lokpilot niet meer onzichtbaar kan worden weggewerkt, bijvoorbeeld bij de kleinere twee-assige trams,

- Kühn T125, gebruikt bij een tram met 2 motoren (de T125 kan 1,1 A aan), maar later is de Lokpilot Basic ook bij trams met 2 motoren ingebouwd.

De ESU LokPilot Basic is in 2014 door de fabrikant vervangen door de LokPilot Standard met vrijwel dezelfde specificaties.

In de materieeloverzichten is per tram, waar van toepassing, de decoder en de wijze van inbouw vermeld.

 

 

De ervaringen met de gebruikte typen decoders voor de trams in Waelstede (géén verlichting in de trams en géén hellingen !!) zijn als volgt:

 

- Kühn N025:

Kleine, probleemloze decoder. Gemakkelijk onder te brengen in de trams; bij de kleine 2-assers zelfs op één van de balkons.

Er hoeven geen CV' s aangepast te worden om de rijeigenschappen te verbeteren; die zijn door Kühn namelijk al goed ingesteld.

Bij het automatisch rijden onder Koploper verdient het aanbeveling om CV 2 (startspanning), CV 3 (versnelling) en CV 4 (vertraging) op 0 (nul) in te stellen, omdat deze waarden in Koploper in 'Onderhouden / Locomotieven / Rijden met decoderstappen' heel comfortabel in te stellen en te onderhouden zijn.

Ook verdient het aanbeveling om dezelfde reden CV 56 (cruise control en kruipsnelheid) op 0 (nul) in te stellen.

 

- ESU LokPilot Basic 3.0 en ESU LokPilot Standard:

Hoewel deze decoders rond de 5 euro goedkoper zijn dan de Kühn N025, kleven er toch wat nadelen aan.

Het eerste is het grotere formaat, zodat ze in sommige trams helemaal niet en in andere moeilijker onder te brengen zijn.

Daarnaast verschillen beide decoders ten opzichte van de Kühn N025, maar ook onderling (!!), waar het de regelingen betreft, die met de CV' s 49 t/m 56 ingesteld kunnen worden.

Na uitgebreide tests is vastgesteld dat bij deze decoders de omgekeerde werkwijze ten opzichte van de Kühn N025 gevolgd dient te worden:

Alle fabrieksinstellingen blijven gehandhaafd, alleen in CV 49 dient de lastregeling uitgeschakeld te worden. In Koploper moeten de waarden voor  de massasimulatie op 0 (nul) worden ingesteld.

 

Natuurlijk is er een enkele tram, zowel met een Kühn, als met een ESU decoder, die toch wat aanpassingen in één of andere CV behoeft, maar dat zijn echt uitzonderingen.

Het kost de nodige tijd om het bovenstaande allemaal te ontdekken en in te stellen, maar het resultaat is er dan ook naar!

 

 

 

Augustus 2017: de Digikeijs DR5000 centrale gaat in bedrijf

 

 

De nadelen van de ROCO MultiMaus met betrekking tot het programmeren van decoders, tijdens de rijavonden thuis, maar met name tijdens tentoonstellingsbedrijf, worden als steeds problematischer ervaren. Omdat de Gemeente Tram Waelstede vanaf 2018 weer het beurzen circuit ingaat, is besloten de Digikeijs DR5000 aan te schaffen; een veelzijdige en betaalbare digitale centrale.

 

Hoewel de bijgeleverde handleiding en ook de te downloaden uitgebreidere handleiding storend weinig informatie verschaffen over de instellingen, met name ten aanzien van Koploper, is het na anderhalve dag lezen van gebruikerservaringen op het Beneluxspoor forum gelukt Waelstede met Koploper via XPressNet aan de praat te krijgen. De ROCO MM fungeert nu als additionele handregelaar.

 

Het is niet uitgesloten dat t.z.t. van XPressNet overgegaan wordt op LocoNet, wanneer dat voor Waelstede voordelen heeft.